vrijdag 3 februari 2012

bij de dood van Wislawa Szymborska

 Hoor de het pas de volgende dag, maar diegene die in mijn ogen op de meest mooie manier stem en taal heeft gegeven aan het ontalige, is niet meer, 


Wislawa Szymborska 


Haar gedichten helpen mij bij het tekenen én 'gewoon', om stil staan bij dat waar we te vaak niet bij stilstaan: het leven.




Gedicht april 2011
HET ZWIJGEN VAN DE PLANTEN – Wislawa Szymborska

De eenzijdige betrekkingen tussen jullie en mij
ontwikkelen zich lang niet slecht.

Ik weet wat een bloem, blad, aar, eikel, steel is,
en wat er met jullie in april gebeurt, wat in december.

Hoewel mijn nieuwsgierigheid onbeantwoord blijft,
buig ik me speciaal over sommige van jullie
en leg voor andere het hoofd in de nek.

Bij mij hebben jullie namen:
klis, kleefkruid, drieblad,
heide, jeneverbes, maretak, vergeet-mij-niet,
maar ik heet voor jullie niets.

Onze reis is gemeenschappelijk.
Als je samen reist, praat je toch met elkaar,
wisselt opmerkingen uit, desnoods maar over het weer
of over de stations die onderweg voorbijschieten.

Onderwerpen te over, want er is veel dat ons verbindt.
Dezelfde ster houdt ons binnen zijn bereik.
We werpen met evenveel recht elk onze eigen schaduw.
We proberen iets te weten, ieder op zijn manier,
en wat we niet weten, lijkt ook op elkaar.

Ik leg het uit zo goed ik kan, vraag alsjeblieft:
wat het betekent iets met ogen te bekijken,
waarom in mij een hart klopt
en waarom mijn lichaam niet geworteld is.

Maar hoe kan ik antwoorden op ongestelde vragen
als ik daarbij ook iemand ben
die voor jullie zozeer niemand is?

Struikgewas, jong bos, weiden, rietland –
en alles wat ik jullie zeg is een monoloog,
en wie er ook luistert – jullie niet.

Met jullie praten is noodzakelijk en onmogelijk.
Is dringend nodig in ons haastige leven
en wordt uitgesteld tot nooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten